Ondanks het verhoogde risico op psychische problemen en verslaving groeien veel KOPP/KOV-kinderen (voorheen KOPP/KVO-kinderen) zonder problemen op. De ouderlijke problematiek blijkt niet alles te verklaren. Het samenspel van risicofactoren en beschermende factoren bepaalt of een KOPP/KOV-kind psychische problemen ontwikkelt.
Heeft u vragen?
Meer informatie
De KOPP-Richtlijn bevat meer informatie over de risicofactoren en beschermende factoren.
Toolbox
In onze toolbox vindt u infographics en andere handige tools.
Binnen de totale KOPP/KOV-groep is het risico op een stoornis het grootst bij:
- meisjes en vrouwen
- kinderen van wie beide ouders een psychische stoornis hebben
- kinderen van ouders die op jonge leeftijd een depressie en/of angststoornis kregen
- kinderen uit een minder goed functionerend gezinssysteem
Naast deze risicogroepen zijn er nog een aantal risicofactoren. Deels vallen deze onder de risicogroep ‘kinderen uit een minder goed functionerend gezinssysteem’.
Risicofactoren
Opvoedvaardigheden van de ouders
Door de psychische problemen zijn de ouders minder beschikbaar voor het kind. Opvoedvaardigheden worden onderdrukt door problemen en stress. De reactie van de ouder op het kind kan gekenmerkt worden door vlakkere emotionele reacties; minder fysieke aanraking; minder goedkeuring; geringere spontaniteit; en meer boosheid. Bij ouders met bijvoorbeeld een borderline persoonlijkheidsstoornis of verslaving komen onvoorspelbaar gedrag en plotselinge boosheid veel voor. Dit kan het gevoel van veiligheid aantasten bij het kind.
Kind zorgt voor de ouder
KOPP/KOV-kinderen hebben vaak meer taken en verantwoordelijkheden in het gezin - zowel op praktisch als emotioneel gebied - dan passend is voor de leeftijd van het kind. Hierdoor ontstaat parentificatie (rolomkering): het kind zorgt voor de ouder, in plaats van andersom. Hierdoor komt het kind niet toe aan de normale ontwikkelingstaken.
Conflicten tussen de ouders
Er kan ook sprake zijn van conflicten tussen de ouders die samenhangen met de psychische aandoening of het verslavingsprobleem. Denk bijvoorbeeld aan een alcoholverslaafde moeder die haar afspraken niet nakomt. Deze ouderlijke conflicten kunnen negatieve gevolgen hebben voor de kinderen.
Overbelaste partner en alleenstaande ouder
Wanneer een van de ouders psychische problemen heeft, wordt er een toenemend beroep gedaan op de andere ouder met kans op overbelasting. Wanneer de gezonde ouder de situatie niet aan kan, neemt het risico op problemen bij het kind toe. Kinderen met een alleenstaande ouder met psychische problematiek hebben ook een verhoogd risico op problemen.
Sociale steun
Uit angst voor stigmatisering of uithuisplaatsing van de kinderen zien we dat KOPP/KOV-gezinnen zich vaak terugtrekken en isoleren. Hierdoor ontstaat een gebrek aan sociale steun.
Genetische factoren
Uit onderzoek blijkt dat ook genetische factoren een rol spelen bij de overdracht van een aantal psychische stoornissen zoals depressie en alcoholisme van ouder op kind (transgenerationele overdracht). De genetische risicofactor leidt echter niet per definitie tot een stoornis.
Stress
Zoals uit bovenstaande risicofactoren blijkt, lopen KOPP/KOV-kinderen een verhoogd risico op stress. Veel stress op jonge leeftijd is van negatieve invloed op de hersenontwikkeling en laat blijvende sporen achter - in de vorm van een verhoogde gevoeligheid voor stressprikkels.
Beschermende factoren
De beïnvloedbare beschermende factoren kunnen helpen bij de preventie van problemen en zorg voor het KOPP/KOV-kind.
Goede ouder-kind interactie
Als het kind en de ouder ondanks de psychische stoornis een goede relatie (emotioneel warme band) met elkaar hebben, is de prognose voor het kind significant beter.
Ondersteuning door gezonde ouder
Goede ondersteuning voor het kind door de gezonde ouder kan een mogelijk tekort aan steun door de zieke ouder compenseren. Een goede relatie tussen het kind en tenminste één ouder is een belangrijke beschermende factor.
Sociale steun in de omgeving
Sociale steun van een broer of zus of ondersteuning van buiten het gezin (bijvoorbeeld een vertrouwenspersoon) beschermt het kind. Zowel emotionele als praktische steun zijn van belang.
Goede sociaal-emotionele vaardigheden
Goede sociaal-emotionele vaardigheden (copingvaardigheden) van het kind vormen een buffer tegen het ontwikkelen van psychische problemen.
Heldere kijk van het kind op de ouderlijke problematiek
Goede informatie over en begrip van de ouderlijke problematiek voorkomt dat het kind zich schuldig en verantwoordelijk gaat voelen voor de problemen. Het kind kan hierdoor beter inschatten wat het wel en niet van de ouder kan verwachten.