Werken aan lokaal effectief mentaal gezondheidsbeleid
3. Pak mentale problemen bij de oorzaak aannpak
Het regenboogmodel laat zien hoe verschillende factoren op verschillende niveaus een invloed hebben op de mentale gezondheid. Het model onderscheidt de volgende niveaus:
1. Individuele factoren, zoals erfelijke factoren en leeftijd, maar ook het gebruik van alcohol, beweging of slaap.
Veel interventies en beleidsmaatregelen over mentale gezondheid, richten zich op het beïnvloeden van individuele factoren. Maar het is niet genoeg om alleen naar individuele factoren te kijken. Omgevingsfactoren hebben namelijk tezamen met individuele factoren een invloed op de mentale gezondheid. Onder omgevingsfactoren vallen:
2. Sociale factoren en gemeenschapsnetwerken, zoals de mate van sociale steun van vrienden of familie.
3. De leef- en werkomstandigheden waarin mensen opgroeien, zoals schoolklimaat, prestatiedruk of de buurt waar iemand woont.
4. Brede maatschappelijke, sociaaleconomische en culturele omstandigheden. Denk aan wetten, maar ook normen en waarden in de samenleving of de mate van discriminatie.
Sociale determinanten van mentale gezondheid
Waar je woont, wat voor opleiding je hebt gehad, hoe je sociale netwerk eruitziet, of je voldoende financiële middelen hebt: het maakt allemaal uit voor mentale gezondheid. We noemen dit sociale determinanten van mentale gezondheid. Lees in het kennisdossier meer over deze determinanten, en hoe je beleid hierop kan inrichten.
Wat betekent dit voor beleid?
Alle factoren uit het regenboogmodel hebben op verschillende manieren en momenten in ons leven een (wederkerige) invloed op mentale gezondheid én op elkaar. Als je in wilt grijpen op deze omgevingsfactoren, heb je de hulp nodig van andere beleidsdomeinen. Lees verder over werken aan mentale gezondheid in verschillende beleidsdomeinen.