Een speciaal register voor drugsgerelateerde sterfte kan een nauwkeuriger beeld geven van het aantal mensen dat in Nederland overlijdt door drugsgebruik. Deze informatie is belangrijk voor drugsbeleid en drugspreventie.
Vragen?
Aanleiding
Het Trimbos-instituut rapporteert jaarlijks over het aantal mensen dat overlijdt aan de gevolgen van drugsgebruik. Tot op heden zijn gegevens over de drugsgerelateerde sterfte afgeleid uit de algemene doodsoorzakenstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daarbij worden sterfgevallen geselecteerd op basis van ICD-10 codes, zoals gespecificeerd in het protocol van het European Monitoring Centerfor Drugs and Drug Addiction (EMCDDA). De doodsoorzakenstatistiek is echter niet toereikend voor het verkrijgen van een volledig beeld van de aard, achtergronden en de totale omvang van drugsgerelateerde sterfte is. De huidige registratie:
- Is niet altijd specifiek. Zo worden ecstasy, amfetamine en khat volgens het internationale ICD-10 protocol onder dezelfde code geregistreerd. Het aantal sterfgevallen per middel is daardoor niet te achterhalen.
- Is vermoedelijk onvolledig, omdat het CBS niet altijd alle informatie over iemands overlijden ontvangt waardoor de bijdrage of rol van drugsgebruik niet altijd wordt herkend.
- Is niet altijd actueel; cijfers gaan altijd over het afgelopen jaar. Een actueel beeld is daardoor niet beschikbaar.
Daarbij geeft de ICD-10 codering geen ruimte voor het coderen van context en achtergrond informatie. Door ook gegevens te verzamelen over de omstandigheden van overlijden en de achtergrond van de overledene, kunnen gerichte preventiemaatregelen aangescherpt worden.
Doel project
In 2020 is onderzocht wat de meerwaarde is van een speciaal register ten opzichte van de huidige registratie op basis van de doodsoorzakenstatistiek en of de implementatie van een dergelijk register mogelijk is. Naar aanleiding van dit onderzoek hebben het Trimbos-instituut en de GGD Amsterdam aanbevelingen gedaan voor het speciaal register.
Het speciaal register
De basis voor het speciaal register is een registratiesysteem voor forensisch artsen ‘Formatus’ (een systeem waarin de forensisch arts o.a. verslag legt van de lijkschouw). Dit systeem heeft een nagenoeg landelijke dekking en bevat meer informatie dan het CBS voor codering in de doodsoorzakenstatistiek ontvangt. De meerwaarde van het gebruik van dit systeem als bronbestand werd in het project bevestigd (zie rapport). Een voorgestelde blauwdruk van het speciaal register voor drugsgerelateerde sterfte bevat informatie uit de gehele lijkschouwrapporten inclusief postmortaal toxicologische gegevens. Zo kunnen we:
- Preciezer bijhouden hoeveel mensen door gebruik van een specifieke drug zijn overleden.
- Nagaan wat de context was van het overlijden (bijvoorbeeld: waar werd de drug genomen).
- Nagaan wat de achtergrond was van de gebruiker (bijvoorbeeld: wel/geen verslaving).
- Meer sterfgevallen door drugs identificeren en als zodanig registreren.
- Bij ad hoc vragen, bijvoorbeeld over sterfte waarbij specifieke drugs een rol spelen,het bronbestand raadplegen.
Aanbevelingen
Naar aanleiding van de onderzoeken en gesprekken met partners uit het veld die vooraf zijn gegaan aan de blauwdruk van het register, hebben het Trimbos-instituut en de GGD Amsterdam aanbevelingen gedaan voor een betere registratie en herkenning van drugsgerelateerde sterfte. Hierbij gaat het naast enkele aanpassingen in het systeem Formatus, ook om het verbeteren van de informatiestroom naar het CBS. Verder zijn aanbevelingen gedaan omtrent het uniformiseren van postmortaal bloedonderzoek en de analyse hiervan, en (bij)scholing voor forensisch artsen omtrent het herkennen en registreren van drugsgerelateerde sterfte.
Het rapport met de aanbevelingen is aangeboden aan het ministerie van VWS.