Gamen: van ‘gezonde’ hobby tot probleemgedrag
Hobbygamers roken, blowen en drinken minder vaak dan niet-gamende jongeren. Maar hoe schat je in of een kind gezond gamegedrag vertoont of juist tot een risicogroep behoort en lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen ontwikkelt (mede) door teveel gamen? In de factsheet Over (on)gezond gamegedrag zetten we de feiten op een rij.
De resultaten laten zien dat gamen – ook frequent gamen – niet gepaard hoeft te gaan met mentale of lichamelijke gezondheidsproblemen. In tegenstelling: hobbygamers roken, blowen en drinken minder vaak dan niet-gamende jongeren.
Gemiddeld 14 uur gamen per week
De gemiddelde tijdsbesteding van gamende jongeren is zo’n 14 uur per week voor de groep hobbymatig gamende jongeren die weinig problemen ervaren op belangrijke leefgebieden.
7% jongens vertoont riskant gamegedrag
De meer tijdrovende online games worden vooral door jongens gespeeld. Van hen behoort ongeveer 7% tot de risicogroep. Deze groep vertoont vijf keer zo vaak lichamelijke en mentale gezondheidsproblemen als de hobbygamers of de niet-gamende jongens.
Probleemgamers gebruiken dezelfde apparaten en spelen dezelfde spellen als jongeren die hun gamegedrag weten te beperken. Dat wekt het vermoeden dat vooral jongeren met bestaande problemen teveel gamen als (ongezonde) strategie om met hun problemen om te gaan (escapisme). Het gamegedrag levert dan weer nieuwe problemen op die de situatie verder verergeren.
Advies voor ouders en professionals
Advies voor zowel professionals als ouders is om te erkennen dat voor de meeste jongeren gamen een ontspannende en positieve hobby is. Wel moeten ze alert zijn op extreem gamegedrag, zeker als dit samenhangt met andere problemen.
Een ander advies is om op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen en trends in de gamewereld, bijvoorbeeld met behulp van YouTube en streaming game sites zoals Twitch.tv.
Meer over dit thema
Over dit onderzoek
In de factsheet, die is gemaakt i.s.m. Regina van den Eijnden van de Universiteit Utrecht, zijn verschillende data gebundeld over gamegedrag van Nederlandse jongeren zodat er meer inzicht ontstaat in het normale – en abnormale – speelgedrag. De data komen uit drie onderzoeken: het Health Behaviour in School-aged Children project (www.hbsc.org, 2017), het European School Survey Project on Alcohol and Other Drugs (ESPAD, www.espad.org, 2015), en het Digital Youth onderzoek (DIYO, Universiteit Utrecht, 2018). Elk van deze studies richt zich op Nederlandse jongeren in het voortgezet onderwijs.