Nieuws |

Versterking GGZ in de huisartsenpraktijk: terugblik en vooruitblik

Versterking GGZ in de huisartsenpraktijk: terugblik en vooruitblik

De huisartsenpraktijk heeft in het nieuwe GGZ stelsel een nog belangrijkere rol gekregen dan voorheen. Aanbieders en verzekeraars moeten nu verder vorm geven aan de versterking van de GGZ in de huisartsenpraktijk. Het is dus een goed moment om terug te blikken op eerdere maatregelen, een stand van zaken te geven en een blik te werpen in de toekomst.

Dit gebeurt in het rapport Versterking van de GGZ in de huisartsenpraktijk: Terugblik, stand van zaken en vooruitblik, dat vorige week door minister Schippers is aangeboden aan de Tweede Kamer.

Terugblik
Het rapport laat zien dat eerdere maatregelen ter beïnvloeding van de patiëntenstromen niet altijd het gewenste effect sorteerden. Zo was niet beoogd dat het verwijspercentage vanuit de huisartsenzorg naar de ‘oude’ tweedelijns-GGZ bleef stijgen. Sinds de introductie van de functie in 2008 heeft de POH-GGZ zich een steeds belangrijkere plaats verworven in de huisartsenzorg. In april 2013 maakte bijna de helft van de huisartsen gebruik van een POH-GGZ. Studies laten zien dat patiënten, huisartsen en POH’s-GGZ over het algemeen tevreden zijn over de functie.

Stand van zaken
Het veld is volop in beweging gekomen wat betreft het versterken van de GGZ in de huisartsenpraktijk. In de huisartsenzorg zijn zorggroepen en samenwerkende gezondheidscentra bezig met de ontwikkeling van GGZ zorgprogramma’s. Vanuit de GGZ zijn verscheidene initiatieven te onderscheiden die een al dan niet breed ondersteuningsaanbod voor huisartsen bieden. Vanuit de kant van niet-zorgaanbieders zijn organisaties actief die de inzet en organisatie van POH-GGZ faciliteren, aanbieders van nieuw ontwikkelde digitale screeningsinstrumenten en aanbieders van e-health modules.

Vooruitblik
Er ontstaat regionale en lokale variatie in de organisatie en de rol van de POH-GGZ en in het gebruik van nieuw ontwikkelde digitale screeningsinstrumenten, e-health modules en consultatievormen. Het is waarschijnlijk dat deze variatie samenhangt met welke zorgaanbieder of -aanbieders regionaal of lokaal de voortrekkersrol nemen qua organisatie van de versterking van de GGZ in de huisartsenpraktijk. Ook lijkt sturing vanuit verzekeraars een rol te spelen bij de variatie die ontstaat.

Aanbevelingen
Het rapport sluit af met een drietal aanbevelingen:

  • Het benutten van de regionale en lokale variatie om van elkaar te leren.
  • Kwaliteitsbewaking van de psychische hulp gegeven door huisartsen en POH-GGZ.
  • Het tijdig signaleren van kennislacunes en knelpunten en het oplossen daarvan.

Download het rapport via onderstaande link naar de webwinkel. Daar vindt u ook de andere GGZ Trendrapportages.

Meer informatie
Jasper Nuijen, jnuijen@trimbos.nl

Meer over dit thema

Contact

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de persvoorlichters:
Marjan Heuving,
tel +31 (0)30 – 2971(138)

Laila Zaghdoudi,
tel +31 (0)30 – 2959(382)