Verkenning 3-MMC in Nederland
Stoppen met 3-MMC blijkt moeilijk en jongeren onderschatten de risico's van de designerdrug. Gemeenten hebben op hun beurt moeite gebruikers in beeld te krijgen. Dat blijkt uit verkenningen onder jongeren die de drug regelmatig gebruiken en beleidsmedewerkers van gemeenten.
In februari en maart 2021 heeft het Trimbos-instituut een eerste verkenning uitgevoerd naar het gebruik van het middel 3-MMC onder jongeren en jongvolwassenen. Deze verkenning richtte zich op de ervaringen van frequente gebruikers en op de rol die gemeenten kunnen spelen in het ondervangen van en omgaan met lokale 3-MMC problematiek. De verkenning is opgedeeld in drie verschillende rapporten. Deze zijn meegenomen in het informatierapport dat ten grondslag ligt aan de risicobeoordeling 3-MMC, die het Coördinatiepunt Assessment en Monitoring nieuwe drugs (CAM) vandaag publiceert.
De verkenning van 3-MMC gebruik in Nederland werd uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het doel van deze verkenning is het verkrijgen van een eerste beeld van (de impact van) 3-MMC gebruik op frequente gebruikers en op gemeenten die hiermee te maken krijgen. De verkenning bestaat uit de volgende drie delen:
- Een verkenning onder 3-MMC gebruikers naar hun ervaringen met 3-MMC.
- Een verkenning van 3-MMC problematiek in Nederlandse gemeenten.
- Een verkenning van de aard, omvang en aanpak van 3-MMC problematiek in de gemeente Aalten.
Gebruik en gebruikers
Voor de eerste verkenning werd gesproken met 22 jongeren die frequent 3-MMC gebruiken. Zij werden onder meer geïnterviewd over motieven voor en ervaringen met gebruik van 3-MMC. De jongeren beschrijven het middel als laagdrempelig, omdat het makkelijk (online) verkrijgbaar, legaal en goedkoop is. De positieve effecten worden door hen beschreven als veelzijdig, met zowel stimulerende als sociaal-emotionele effecten.
De gerapporteerde negatieve effecten, zoals lichamelijke en psychische klachten, komen overeen met de risico’s die vermeld worden in het CAM-rapport en die in toenemende mate ook zorgen voor gezondheidsincidenten die vragen om medische zorg. Deze jongeren lijken zich veelal niet of onvoldoende bewust van de risico’s van 3-MMC gebruik. Ook vinden zij het soms moeilijk om te minderen of stoppen met gebruik, onder meer vanwege de sociale effecten die ze ervaren, maar ook vanwege de potentieel verslavende werking van 3-MMC. Het is daarom belangrijk om gebruikers en hun directe sociale omgeving gericht te informeren over de risico’s van 3-MMC gebruik.
Deze verkenning is uitgevoerd onder 22 jongeren die geworven zijn via sociale media kanalen. Het betreft een kleine groep die niet representatief is voor alle jongeren in Nederland. Op basis van deze 22 interviews kunnen dan ook geen uitspraken worden gedaan over het aantal jongeren en jongvolwassen dat 3-MMC gebruikt of het voorkomen van klachten als gevolg van 3-MMC gebruik.
Lokaal de handen ineen slaan
Voor de tweede en derde verkenning werden 22 professionals geïnterviewd en werd een online vragenlijst uitgezet onder beleidsmedewerkers van gemeenten. De geïnterviewde professionals die bevraagd zijn naar de lokale situatie in hun gemeente vormen geen representatieve groep, maar geven wel een indicatie van 3-MMC gebruik en aanverwante problematiek die een gemeente kan tegenkomen in de praktijk.
De meeste gemeenten die informatie hebben gedeeld over hun lokale situatie, geven aan een toename te zien in het gebruik van 3-MMC en 3-MMC problematiek. De gemeenten die stappen zetten, richten zich op het delen van informatie over het middel of het opzetten van een gemeentelijke drugsaanpak. Wel geven zij aan het lastig te vinden om met gebruikers in contact te komen en zicht te krijgen op de groep gebruikers in hun gemeente. Gemeenten die geen stappen hebben gezet, geven aan dat zij nog niet goed in beeld hebben in hoeverre gebruik en problematiek speelt. Ook is voor gemeenten niet altijd duidelijk wat zij beleidsmatig kunnen doen.
Gemeenten hebben een rol in het signaleren van gebruik van en problematiek rondom 3-MMC. Ook kunnen zij een integrale aanpak ontwikkelen ten aanzien van het omgaan met alcohol- en drugsgebruik in de gemeente. 3-MMC kan goed worden opgenomen in een dergelijke aanpak. In een integrale aanpak speelt de omgeving van de gebruiker een belangrijke rol. Zij kunnen (problematisch) gebruik signaleren, hierover het gesprek aan gaan en waar nodig doorverwijzen naar hulpverlening. Gemeenten en lokale partners kunnen gezamenlijk een plan van aanpak formuleren, toegesneden op de lokale situatie en behoeften. Het Trimbos-instituut kan gemeenten hierbij ondersteunen.