Opbouw ambulante GGZ weinig beïnvloed door landelijke afspraak
Het Trimbos-instituut heeft onderzocht hoe de landelijke afspraak om wachtlijsten in de GGZ terug te dringen heeft doorgewerkt in de bekostigingsafspraken tussen aanbieders en verzekeraars voor 2018. Staatssecretaris Blokhuis heeft het rapport hierover, ‘Opbouw ambulante GGZ’, gisteravond aangeboden aan de Tweede Kamer.
Medio 2017 hebben het ministerie van VWS, brancheorganisaties en cliëntenorganisaties afspraken gemaakt om wachttijden in de GGZ terug te dringen. Een van deze afspraken was dat GGZ-instellingen plannen zouden opstellen voor ambulante zorgopbouw en dat verzekeraars goede plannen zouden financieren. Het Trimbos-instituut heeft onderzocht hoe de landelijke afspraak heeft doorgewerkt in de bekostigingsafspraken tussen aanbieders en verzekeraars voor 2018.
Monitor ambulantisering
Aanleiding voor de afspraak waren de resultaten van de monitor ambulantisering van het Trimbos-instituut waaruit bleek dat de ambulante opbouw stagneert. Het aantal bedden in de GGZ is de laatste jaren gedaald, maar de verhouding tussen uitgaven aan intramurale zorg en ambulante zorg is nauwelijks veranderd. Bovendien is de ambulante zorg niet geïntensiveerd, maar heeft er een verschuiving plaatsgevonden naar lichtere, kortdurende zorgvormen van Basis GGZ en praktijkondersteuners bij de huisarts.
Resultaten onderzoek
De meeste geïntegreerde GGZ-aanbieders en de vier grootste verzekeraars zijn in februari en maart 2018 geïnterviewd. Uit de interviews blijkt dat ruim 20% van de aanbieders een aanvullend plan voor ambulante opbouw heeft ingediend bij verzekeraars. De onderhandelingen daarover zijn soms nog gaande. De plannen gingen in de regel niet over intensivering van de ambulante zorg, maar over uitbreiding van lichtere, kortdurende ambulante zorgvormen, crisiszorg en grotere efficiëntie.
Redenen niet indienen plan
De meerderheid diende dus geen plan in. Hier werden meerdere redenen voor gegeven. Zo sluit de landelijke afspraak tussen branchepartijen niet aan bij de manier waarop verzekeraars gewoonlijk afspraken met instellingen maken. Afspraken gaan vaak globaal over aantallen cliënten en het gemiddelde tarief, niet over versterking van een bepaald zorgonderdeel. Ook bleek de financiering niet helder, want volgens de verzekeraars was de 288 miljoen (het bedrag dat ‘over’ was door een onderschrijding van het macrokader) niet reëel beschikbaar. Daarnaast werd de krapte op de arbeidsmarkt genoemd; aanbieders voorzagen dat ze niet het personeel zouden kunnen aantrekken om extra zorg te leveren.
Het niet indienen van plannen betekent overigens niet dat er niet geïnvesteerd wordt in de ambulante opbouw. Een meerderheid van de geïnterviewde aanbieders geeft aan dat de gemaakte afspraken voor 2018 en soms voor meerdere jaren, meer perspectief bieden voor goede zorg, en soms ook meer zekerheid bieden en ruimte voor innovatie. De landelijke afspraak heeft bovendien gezorgd voor meer lokale aandacht voor dit onderwerp.