Ambulantisering in de GGZ iets in beweging
In de GGZ lijkt een lichte verschuiving plaats te vinden waarin intensieve ambulante zorg opkomt en klinische zorg afneemt. Dat blijkt uit het vierde rapport van de Landelijke Monitor Ambulantisering en Hervorming Langdurige GGZ, dat vandaag door Staatssecretaris Blokhuis is aangeboden aan de Tweede Kamer.
Belangrijke vraag is of de lichte trends in het aanbod doorzetten en of het gaat lukken om de maatschappelijke positie en kwaliteit van leven van mensen met aanhoudende psychische problematiek te verbeteren. Dit is namelijk een belangrijk doel van de ambulantisering.
Daling aantal cliënten
In deze vierde rapportage zijn er wat voorzichtige aanwijzingen dat het aanbod de kant opgaat die beoogd was met het inzetten van de ambulantisering. In de eerste drie rapportages zette de afbouw van de klinische plaatsen in totaal gestaag voort, maar nam het aantal klinische plaatsen met een hoog verzorgingsniveau tegelijkertijd toe. Uit deze vierde meting blijkt dat het aantal klinische plaatsen nog steeds daalt maar dat nu ook het aantal plaatsen met een hoge verzorgingsgraad afneemt. Tot 2016 was het aantal opgenomen cliënten stabiel, in 2017 lieten de cijfers voor het eerst een daling zien.
Ook het aantal beschermd wonen plaatsen daalde tot en met 2016, maar stopte in 2017. Wel zijn er enkele tekenen dat de zorg vanuit RIBW’s en andere aanbieders een maatschappelijker karakter kreeg. Zo werd product Volledig Pakket Thuis (of hiermee vergelijkbare producten) in 2017 vaker toegepast en steeg het aantal FTE voor Wmo-gefinancierde begeleiding.
Kwaliteit van leven blijft achter
Uit de nieuwe peilingen van het panel Psychisch Gezien blijkt dat de meeste panelleden nog steeds (erg) eenzaam zijn en niet participeren zoals zij dat zouden willen. Zij hebben bijvoorbeeld beduidend minder vaak een betaalde baan en ervaren een substantieel lagere kwaliteit van leven dan anderen in de beroepsbevolking. Volgens 40% van de panelleden sluit de ondersteuning niet goed aan bij hun psychische en sociale behoeften.
Veel panelleden streven niet meer naar een betaalde baan, maar zoeken het bijvoorbeeld in vrijwilligerswerk. De panelleden (40%) die (ooit) graag wel weer betaald willen werken, voelen zich daarbij gehinderd door hun psychische problemen en komen sterke obstakels tegen in de (sociale) omgeving, zoals ervaren discriminatie. Ongeveer de helft van de panelleden heeft in enige mate ervaring met oneerlijke behandeling bij het zoeken naar werk.
Meer over dit thema
Achtergrond
Aanleiding voor deze monitor is de afspraak tussen landelijke overheid, zorgaanbieders, zorgverzekeraars en cliëntenorganisaties om de ambulante zorg in de GGZ te verbeteren en klinische capaciteit af te bouwen. Doel van deze ambulantisering is meer sociale inclusie en een betere kwaliteit van leven bij mensen met ernstige psychische problemen.
Het Trimbos-instituut monitort jaarlijks ontwikkelingen en verschuivingen in de zorg door bij geïntegreerde GGZ-aanbieders en RIBW’s gegevens op te vragen. Ook is een landelijk panel van circa 1.700 mensen met ernstige psychische problemen gevraagd naar hun kwaliteit van leven en ervaringen met de zorg.