30 jaar alcoholbeleid jongeren: van focus op het individu naar de omgeving
In de afgelopen 30 jaar heeft het alcoholbeleid gericht op jongeren een radicale verandering ondergaan. Hierdoor zijn jongeren van 12 t/m 16 jaar op latere leeftijd gaan drinken. Vandaag de dag drinken minder jongeren alcohol dan rond de eeuwwisseling. Sinds 2015 zet de daling van alcoholgebruik onder jongeren niet verder door.
Wat was de reden voor deze beleidsverandering, welke verandering onderging het beleid en wat waren de effecten? Deze vragen staan centraal in een nieuwe publicatie van het Expertisecentrum Alcohol van het Trimbos-instituut. Deze publicatie beschrijft vier perioden in het alcoholbeleid. Op basis van scholierenonderzoek wordt de impact van het beleid op het alcoholgebruik van jongeren van 12 t/m 16 jaar geanalyseerd.
Zorgen over alcoholgebruik van jongeren
Rond de millenniumwisseling (2000) signaleerden zowel onderzoekers, beleidsmakers als (jeugd)professionals dat jongeren op steeds jongere leeftijd startten met alcohol drinken. Ouders gaven hun kinderen op steeds jongere leeftijd in de thuissituatie alcohol. Ook werden de wettelijke leeftijdsgrenzen door verstrekkers nauwelijks nageleefd waardoor jongeren ook op publieke plekken makkelijk alcohol konden krijgen. Er was dus nauwelijks sociale en formele controle die jongeren tegen zichzelf in bescherming namen.
Nieuw alcoholbeleid gericht op de omgeving
Experts en diverse beleidsmakers waren het erover eens dat nieuw alcoholbeleid zich veel meer op de omgeving moest richten en dat de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren beperkt moest worden, zowel in de thuissituatie als op publieke plekken waar de wet geldt.
We kunnen drie fasen onderscheiden in het nieuwe alcoholbeleid. In de periode 2003 – 2011 werden ouders gestimuleerd om thuis geen alcohol aan hun minderjarige kinderen te verstrekken. Tussen 2011 en 2015 werd de Drank- en Horecawet (nu Alcoholwet) aanpast. Hierdoor kregen naleving en handhaving van de wet een boost. En de periode van 2015 tot nu, die zich kenmerkt door samenwerking tussen verschillende publieke en private partijen om de norm van NIX18 – geen alcohol onder 18 jaar – te versterken.
Nieuw beleid succesvol, maar daling zet niet door na 2015
De analyse op basis van scholierenonderzoek laat zien dat de omslag in het alcoholbeleid uitermate succesvol is geweest en dat de ongunstige trend in het alcoholgebruik van jongeren duidelijk is gekeerd. De startleeftijd is sinds 2003 met ruim een jaar gestegen (van 12 jaar in 2003 naar 13,3 jaar in 2019) en minder jongeren drinken op vandaag de dag alcohol dan aan het begin van het millennium. De effecten traden met name op in de periode 2003 – 2015. Deze werden eerst zichtbaar bij 12 – 14 jarigen en vervolgens ook bij 15-jarigen. Nadat de leeftijdsgrens voor de verkoop van zwak-alcoholhoudende dranken in 2014 als gevolg van een initiatiefwetsvoorstel was verhoogd van 16 naar 18 jaar zien we ook een effect op het alcoholgebruik van 16-jarigen. Sinds 2015 zien we een stabilisatie en verandert het alcoholgebruik onder jongeren tot en met 16 jaar eigenlijk niet meer. In 2021 lijkt het gebruik eerder te stijgen dan te dalen. Met name omdat die laatste meting midden in de coronapandemie viel kunnen hieraan nog geen harde conclusies worden verbonden.
Is er voldoende bereikt?
In het Nationaal Preventieakkoord zijn scherpe doelstellingen geformuleerd die op dit moment nog ver weg lijken. Om deze doelstellingen te realiseren wordt door de auteurs aanbevolen om sterker in te zetten op de drie ‘best buys’ van alcoholbeleid, namelijk het beperken van de beschikbaarheid, de prijs verhogen en alcoholmarketing beperken. Hierdoor wordt de culturele norm versterkt dat alcohol voor zowel jongeren als volwassenen geen normaal product is. Wellicht dat hierdoor de doelstellingen van het Nationaal Preventieakkoord binnen bereik komen.
Bekijk de factsheet: Wat heeft 30 jaar alcoholbeleid onze jongeren gebracht? – Trimbos-instituut