Werken in de rook van een ander is nog geen verleden tijd
Werken in een rokerig kantoor of geholpen worden door een rokende arts: we kunnen het ons nauwelijks meer voorstellen. Want werken in de rook van een ander, dat is toch allang verleden tijd? Helaas niet. Volgens Marieke van Aerde is nu de werkgever aan zet.
Het recht op een rookvrije werkplek
In het jaar 2000 spande postmedewerker Nanny Nooijen een kortgeding aan tegen haar werkgever. De reden? Zij ondervond gezondheidsklachten van de tabaksrook van haar collega’s. Door de rechter werd zij in het gelijk gesteld en vier jaar later, op 1 januari 2004, werden alle werkgevers via een aanpassing in de Tabaks- en Rookwarenwet verplicht tot het bieden van een rookvrije werkplek. En dat is goed nieuws.
Rookvrije werkplek voor iedereen?
Tóch voert een aanzienlijke groep werknemers hun werk nog steeds uit in de tabaksrook van een ander. Het gaat hier om een groep werknemers die het werk bij mensen thuis uitvoert, zoals thuiszorgmedewerkers, kraamzorgmedewerkers, sociaal werkers, schoonmakers en installateurs. Privéruimten vallen namelijk niet onder de Tabaks- en Rookwarenwet en daarom is het juridisch lastig om een rookvrije werkplek te eisen als je je werk bij mensen thuis uitvoert. Kies je dus voor een beroep dat je hoofdzakelijk bij mensen thuis uitvoert, dan kun je ongevraagd ook risico lopen op blootstelling aan tabaksrook.
Bespreekbaar maken lastig
Veel medewerkers ervaren een drempel om bij de patiënt of cliënt bespreekbaar te maken dat ze last hebben van de rook, zo blijkt ook uit de literatuur. Veel (thuiszorg)medewerkers voelen zich verantwoordelijk voor hun patiënten en willen goede zorg leveren. Als ze bijvoorbeeld eindelijk binnen zijn bij de zorgmijdende patiënt, dan zal een medewerker er alles aan doen om dat contact niet kwijt te raken. Dat ze blootgesteld worden aan tabaksrook wordt dan soms op de koop toe genomen. Zij moeten dus constant de afweging maken tussen het accepteren van de gezondheidsrisico’s van de werkplek en het niet leveren van de zorg richting de cliënt. Maar het is uiteindelijk de werkgever die een zorgplicht heeft richting de cliënt.
De werkgever is aan zet
Daarom is het belangrijk dat een (zorg)organisatie zijn medewerkers beschermt en zich inzet voor een gezond werkklimaat. De werkgever kan afspraken maken over de voorwaarden waaronder de zorg thuis wordt geleverd. Zo kan de werkgever ook bepalen dat er niet gerookt mag worden tijdens huisbezoek.
In de notitie Blootstelling aan tabaksrook tijdens werk bij mensen thuis hebben we middels een stappenplan op een rij gezet hoe je dat als werkgever aan kunt pakken:
- Creëer draagvlak, stel een team samen en breng de beginsituatie in kaart
- Maak beleid om medewerkers te beschermen tegen tabaksrook
- Communiceer het rookvrij beleid naar medewerkers
- Communiceer het rookvrij beleid naar klanten/cliënten
- Leg afspraken over roken vast in een overeenkomst
- Geef communicatie-tools aan werknemers om het gesprek aan te gaan
- Evalueer het rookvrij beleid, controleer naleving en stuur bij