Waarom Haidts boek ‘Generatie Angststoornis’ niet het hele verhaal vertelt

Het recente boek 'Generatie Angststoornis’ van Jonathan Haidt is momenteel behoorlijk populair, zowel wereldwijd als in Nederland. Haidts boodschap dat sociale media en smartphones de oorzaak zijn van een wereldwijde mentale gezondheidscrisis onder jongeren landt op een welwillend bed van zorgen en onderbuikgevoelens. De wetenschappelijke werkelijkheid is echter dat zijn claims ongefundeerd en problematisch zijn. “De claims wekken dan ook bij veel collega’s binnen de wetenschap een sterke reactie op, zo ook bij ons”, aldus ondergetekende groep wetenschappelijk onderzoekers op het gebied van onder andere media, communicatie en jongerenwelzijn.

Onze (internationale) collega’s hebben al eerder kritiek geuit (zie nature.com, The London School of Economics and Political Science, en NRC nieuws). Maar vanwege de grootschalige aandacht die Haidts boodschap nu in Nederland krijgt -zowel maatschappelijk als politiek- voelen wij de verantwoordelijkheid om als gemeenschap van onderzoekers uit dit veld de grootste kritieken nogmaals te benoemen.

We willen daarmee wederom iedereen uitnodigen tot een genuanceerder -en daarmee ook hoopvoller- beeld van digitale media en welzijn, zonder onze ogen te sluiten voor de schaduwkanten.

1. Correlationeel onderzoek vertelt ons niets over oorzaak en gevolg

Correlationeel onderzoek kan de aanwezigheid van een verband aan het licht brengen, maar zegt niets over welk van de onderzochte fenomenen de oorzaak is en welk het gevolg. De studies die Haidt in zijn boek aanhaalt zijn vrijwel allemaal correlationeel. Ook is het inmiddels al enkele jaren bekend dat de kwaliteit van veel onderzoek naar sociale media en welzijn veel te wensen over laat op methodologisch vlak. In het boek van Haidt worden desalniettemin conclusies getrokken over causaliteit. Hiermee lopen we het risico de variëteit aan complexe oorzaken van mentale gezondheidsproblemen over het hoofd te zien, zoals ook al door Vinkers en collega’s werd benadrukt in een NRC artikel van eind mei.

2. Haidts boek licht selectief studies uit in lijn met zijn boodschap

Studies die simpelweg niet stroken met de boodschap in Haidts boek worden in het geheel weggelaten of weggestopt in een voetnoot. Zo krijgen studies die laten zien dat er negatieve, vrij kleine effecten te vinden zijn in een selectie groep jongeren (en dus niet onder alle jongeren) opvallend weinig aandacht in Haidts boek. Hiermee krijgen lezers slechts een heel beperkt beeld te lezen.

3. De ervaring van jongeren zelf wordt genegeerd

Het is bekend dat jongeren (en soms met name kwetsbare jongeren) wel degelijk ook positieve aspecten ervaren aan het gebruik van smartphones en sociale media. Het klopt dat positieve effecten in de gepubliceerde wetenschappelijke literatuur ondervertegenwoordigd zijn, maar dit is een slechte reflectie van de ervaringen van jongeren zelf. De manieren waarop sociale media kunnen bijdragen aan welzijn (zoals via verbinding, inspiratie, creativiteit en identiteitsontwikkeling) passen echter minder goed in de boodschap van Haidts boek en krijgen minimale aandacht.

4. Effecten van digitale media zijn niet hetzelfde voor iedereen

We weten inmiddels uit meer gedetailleerde onderzoeken dat effecten van media niet hetzelfde zijn voor iedereen. Ook weten we dat áls er effecten zijn, deze sterk afhankelijk zijn van onder andere de context, individuele eigenschappen van de jongeren en omgeving. Dit maakt het verhaal eindeloos veel complexer dan het boek van Haidt doet voorkomen. Dat we inzien dat de relatie tussen mens en digitale technologie zeer complex is, is belangrijk voor beslissingen rondom gezond mediagebruik (zoals een telefoonverbod op scholen) en de impact van deze beslissingen op jongeren die juist meer voordelen dan nadelen ervaren.

Wat zeker is, is dat we ons bevinden in een tijd met veel onzekerheid en verandering. Er zijn reële problemen met de tech industrie, zoals privacy(schendingen), verslavend design en ontoereikende content-moderatie. Het is belangrijk dat overheden hierop handelen en dat de industrie zijn verantwoordelijkheid neemt om aanpassingen door te voeren, zonder dat we de positieve kanten van digitale media tenietdoen. Meer en beter onderzoek ís noodzakelijk en beleidsbeslissingen dienen gebaseerd te worden op kennis en niet op de ‘morele paniek’ die Haidts boek aanwakkert.

In het licht van wat we wél weten is het vooral belangrijk dat we jongeren de ondersteuning bieden die ze nodig hebben.

Laten we een daadwerkelijk begrip van het ‘wie, waarom, en hoe’ van negatieve én positieve digitale media effecten niet opofferen voor een makkelijk, prettig in het gehoor liggend verhaal.

Deze blog is tot stand gekomen op initiatief van Nastasia Griffioen, coördinator van het Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn van het Trimbos-instituut. Griffioen heeft naar aanleiding van de grote media-aandacht voor Jonathan Haidts boek een reactie geschreven, waarin zij vervolgens input van ondergetekende wetenschappers heeft verwerkt. Gezamenlijk willen zij een genuanceerder en wetenschappelijk onderbouwd perspectief bieden.

Ondertekend door

  • Dr. Nastasia Griffioen, onderzoeker en coördinator Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn, Trimbos-instituut
  • Prof. Dr. Marloes Kleinjan, programmahoofd Jeugd, Trimbos-instituut en Hoogleraar Mentale Gezondheidsbevordering Jeugd, Universiteit Utrecht
  • Dr. Hanneke Scholten, universitair docent Kinder- en Jeugdpsychiatrie/psychologie, Erasmus MC
  • Prof. Dr. Anne-Laura van Harmelen, Professor Brein Veiligheid en Veerkracht, Universiteit Leiden
  • Dr. Loes Pouwels, universitair docent Ontwikkelingspsychologie, Radboud Universiteit
  • Dr. Anouk Tuijnman, onderzoeker en coördinator Gamen, Gokken en Digitale Balans, Trimbos-instituut
  • Dr. Ina Koning, universitair hoofddocent Ontwikkelingspedagogiek, Vrije Universiteit Amsterdam
  • Prof. Dr. Gonneke Stevens, hoogleraar Jongerenwelzijn, Interdisciplinaire Sociale Wetenschap, Universiteit Utrecht
  • Dr. Regina van den Eijnden, universitair hoofddocent Jeugdstudies, Interdisciplinaire Sociale Wetenschap, Universiteit Utrecht
  • Prof. Dr. Rogier A. Kievit, hoogleraar Ontwikkelingsneurowetenschappen, Donders Institute for Brain, Cognition and Behavior, Radboud University Medical Center, Nijmegen, The Netherlands
  • Dr. Helen Vossen, universitair docent Orthopedagogiek, Universiteit Utrecht.
  • Dr. Teun Siebers, postdoctoraal onderzoeker, Amsterdam School of Communication Research, Universiteit van Amsterdam
  • Dr. Amber van der Wal, universitair docent Jeugd en Media, Amsterdam School of Communication Research, Universiteit van Amsterdam
  • Dr. Nadia bij de Vaate, postdoctoraal onderzoeker, Amsterdam School of Communication Research, Universiteit van Amsterdam
  • Dr. Antonius J. van Rooij, senior onderzoeker Gamen, Gokken en Digitale Balans, Trimbos-instituut
  • Luisa Fassi, doctoraal onderzoeker Sociale Media en Geestelijke Gezondheid bij Adolescenten, MRC Cognition and Brain Sciences Unit and Department of Psychiatry, Universiteit van Cambridge
  • Prof. dr. Elly Konijn, hoogleraar Media Psychologie, Communicatiewetenschap, Vrije Universiteit Amsterdam
  • Dr. Peter Nikken, lector Jeugd & Media: Kansrijk opgroeien in de digitale samenleving, Hogeschool Windesheim
Nastasia Griffioen
Onderzoeker en Coördinator Expertisecentrum Digitalisering en Welzijn