Stoppen met roken als iemand psychische klachten heeft – Een goed idee?
Mensen met milde psychische klachten (zoals depressie-, stress- of angstklachten) roken zo’n 1,5 keer vaker dan mensen zonder klachten. En dat ligt ingewikkeld: soms zijn mensen overtuigd dat zij roken nodig hebben om met hun klachten om te gaan. Soms moedigen hulpverleners hen zelfs aan om te blijven roken. In de nieuwe factsheet ‘Roken en Veelvoorkomende Psychische klachten’, beschrijft wetenschappelijk medewerker Gemma Geuke dat het juist wél zinvol is om stoppen met roken te bespreken met deze doelgroep. In dit blog geeft zij tips aan zorgverleners.
Een geruststelling: stoppen met roken verergert de psychische klachten niet
Uit een grote verzameling van internationale studies blijkt dat stoppen met roken psychische klachten niet verergert. Bij sommige mensen verminderen de psychische klachten een tijdje na het stoppen zelfs. Wel duurt het een aantal weken voordat positieve effecten optreden: in de eerste weken na het stoppen kunnen mensen last hebben van ontwenningsverschijnselen. Daardoor kunnen ze zich tijdelijk lichamelijk en psychisch slechter voelen.
Roken bespreekbaar maken belangrijk
Stoppen met roken is voor de meeste rokers sowieso al behoorlijk lastig, maar voor mensen met psychische klachten kan het nog moeilijker zijn. Zij kunnen meer last hebben van ontwenningsverschijnselen en hebben vaak minder steun vanuit hun omgeving. Daarom hebben zij goede hulp nodig bij het stoppen. Die hulp begint bij het bespreekbaar maken van roken.
Tips voor het gesprek
Roken helpt niet echt bij psychische klachten. Terwijl sommigen dat wel denken. Onterecht dus. Alleen al als je dat bespreekt, kan het helpen. Mensen met psychische klachten willen namelijk niet minder vaak stoppen met roken. Zij proberen ook vaker te stoppen, maar uit onderzoek wordt niet duidelijk of het hen ook vaker lukt om te stoppen. Daar liggen dus kansen voor zorgverleners!
Verken waar hun struikelblokken liggen bij het stoppen met roken:
- Zijn ze bang dat ze veel last krijgen van ontwenningsverschijnselen? Houd dan hun psychische klachten en ontwenningsverschijnselen al bij vóór het stoppen. Dat kan helpen om de twee ‘verschijnselen’ van elkaar te onderscheiden. Of overweeg om nicotinevervangende middelen of eventueel andere medicatie voor te stellen. Die middelen verminderen ontwenningsverschijnselen.
- Gebruikt je patiënt medicatie voor psychische klachten? Stoppen met roken kan de bloedspiegel van die medicatie verhogen. Daardoor kan de patiënt meer bijwerkingen ervaren van de medicatie en kan het helpen om de dosis tijdelijk te verlagen. Ook is het goed om in de gaten te houden of die medicatie wel goed samengaat met stoppen-met-rokenmedicatie.
Op zoek naar meer tips, of wil je weten over hoe het precies zit met de relatie tussen psychische klachten en roken? Lees dan de nieuwe factsheet ‘Roken en Veelvoorkomende Psychische klachten’.
Dit blog is geschreven door Gemma Geuke. Voor vragen kun je terecht bij Iris Kramer.