Kijken naar de wereld voor ouderen met psychische aandoeningen
Ingrid Jans, Directeur zorg ouderenpsychiatrie bij Parnassia Groep, schrijft over het belang van aandacht hebben en vragen voor preventie en vroeg-signalering, expertise die laagdrempelig beschikbaar moet worden gesteld en zorg voor een oudere overnemen van een ketenpartner wanneer dit wordt vereist.
Ingrid Jans, directeur zorg Ouderenpsychiatrie, Parnassia Groep
Een verplichte vrije dag na hemelvaart bracht mij in de gelegenheid om in Museum Gouda ongeveer 30 stillevens van de Groningse schilder Henk Helmantel te bekijken. Door korte toelichtingen van de schilder kon ik op verschillende manieren naar de ogenschijnlijk eenvoudige composities kijken. Hoewel de schilderijen in eerste instantie toevallige selecties van levenloze voorwerpen leken, bleken ze in samenhang betekenis te dragen en voor Helmantel meer dan één verhaal te vertellen.
In vergrijzend Nederland worden wij ook uitgedaagd om op andere manieren te kijken naar (toekomstige) zorg aan ouderen. Hierbij wordt onze blik echter verengd door gescheiden financieringsstromen: WMO, ZVW en WLZ. Door afstand tussen zorgaanbieders met hun eigen bekostiging, en inhoudelijke mogelijkheden en grenzen. En door onvoldoende afstemming tussen medische specialismen. Terwijl juist de zorg aan kwetsbare ouderen vraagt om een integrale benadering.
Er zijn diverse zorgstandaarden, richtlijnen, instrumenten en initiatieven die er aan bijdragen om vanuit verschillende perspectieven en disciplines naar psychische problematiek bij ouderen te kijken en samenhang te creëren op het niveau van zorgaanbod. Zoals de ‘Generieke module Ouderen met psychische aandoeningen’ (Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGZ, 2017), het KNMG addendum ‘Verbetering van medische zorg voor kwetsbare ouderen met psychiatrische aandoeningen’ (2015), de Verenso richtlijn ‘Probleemgedrag bij dementie’ (2018), een ‘Woonzorgwijzer’ (instrument ter ondersteuning van lokaal beleid op het gebied van wonen, zorg en ondersteuning) zoals die van de Provincie Zuid-Holland, en een initiatief als de ParticipatieKliniek waar zorgverleners 24 uur lang kunnen ervaren om oud te zijn en beperkingen te hebben (een initiatief van de beroepsorganisatie Verzorgenden & Verpleegkundigen Nederland).
Regionale keten- en netwerkoverleggen, en landelijke overleggen zoals de NKOP ronde tafel- en platform bijeenkomsten faciliteren ons als zorgaanbieders en soms ook zorgfinanciers om samen te spreken over een gedeelde visie en strategie. Hoewel de verschillende belangen voelbaar zijn, ontstaat meer en meer een bodem waarop integrale zorg en samenwerking kan groeien.
Een voorwaarde is dat huisartsen, wijkverpleegkundigen, gemeenten, algemene ziekenhuizen, verpleeghuizen en GGZ zich gezamenlijk verantwoordelijk voelen voor de kwetsbare oudere met psychische problematiek in hun regio. Of deze nu thuis woont, in een algemeen ziekenhuis verblijft, opgenomen is binnen de GGZ, of kortdurend of langdurend verpleegd wordt binnen een verpleeghuis. Belangrijke opdracht voor de GGZ is dat we aandacht hebben en vragen voor preventie en vroeg-signalering, dat we onze expertise laagdrempelig beschikbaar stellen daar waar nodig, en de zorg (tijdelijk) van een ketenpartner overnemen indien de zorgbehoefte van de oudere dat vereist. Alleen dan kunnen we wederzijds vertrouwen opbouwen en in ketensamenwerking van betekenis zijn in de wereld van kwetsbare ouderen met psychische aandoeningen.