Een reis langs zelfregie- en herstelinitiatieven voor mensen met een psychische kwetsbaarheid

Een eerdere versie van dit blog verscheen in mei 2024. Hierbij de update van eind 2024.

Sinds 2021 doen we onderzoek naar herstelacademies. Als onderdeel van dit project hebben we afgelopen jaar samen met het veld een reflectie-instrument voor herstelacademies en andere zelfregie- en herstelinitiatieven* ontwikkeld. Om het instrument te testen zijn we op reis gegaan en hebben we werkbezoeken afgelegd bij een aantal initiatieven in het land. Hieronder een verslag van deze ‘reis’.

Herstelacademies en andere zelfregie- en herstelinitiatieven voor mensen met een psychische kwetsbaarheid zijn in opmars. Met het reflectie-instrument dat we hebben ontwikkeld willen we deze initiatieven ondersteunen door zelfreflectie te stimuleren. Het instrument helpt bij het evalueren van wat al goed gaat en waar nog ruimte is voor verdere ontwikkeling binnen een herstelinitiatief. Om het instrument te testen zijn we op reis gegaan en hebben we werkbezoeken gebracht aan een aantal initiatieven in het land.

We raakten erg geïnspireerd door de verschillende praktische keuzes die we zagen. Verschillend, maar allemaal gericht op dezelfde essentie: ruimte maken voor herstel, door middel van gezamenlijk leren, methodische zelfhulp en peer support. Wij hebben zowel die essentie als de praktische diversiteit beschreven in het reflectie-instrument. In dit blog delen we wat we tijdens de werkbezoeken hebben ervaren, met bijzondere aandacht voor een aantal thema’s die in het reflectie-instrument centraal staan

Een diversiteit aan initiatieven – verschillende praktijkkeuzes 

Tijdens de werkbezoeken hebben we gemerkt dat elk initiatief diens eigen unieke karakter heeft, dat voortkomt uit de specifieke manier waarop het wordt vormgegeven. In het reflectie-instrument benoemen we verschillende praktijkkeuzes die daarbij gemaakt kunnen worden, waarbij geen enkele keuze per se beter of slechter is dan de andere. Drie belangrijke praktijkkeuzes die we veelvuldig hebben gezien tijdens werkbezoeken zijn: (1) het type locatie, (2) de focus van het aanbod en (3) co-creatie. Enkele bezochte initiatieven worden hieronder kort beschreven met focus op deze praktijkkeuzes.  

Herstelinitiatief A: Gedeelde locatie met sociale domein 

Herstelinitiatief A is gevestigd in een voormalig café. Het gebouw wordt gebruikt door verschillende organisaties. Op de begane grond is een inloopvoorziening voor dak- en thuislozen, een kringloopwinkel en fietsenwerkplaats. Het herstelinitiatief is bereikbaar via een statige trap naar boven. Daar bevindt zich een ruimte om trainingen te geven, naast kantoorruimte voor maatschappelijk werk. De gedeelde locatie maakt dat de verschillende gevestigde organisaties korte lijntjes hebben met elkaar. De mensen van het herstelinitiatief focussen op aanbod van hersteltrainingen en werkgroepen, zoals de Wellness Recovery Action Plan (WRAP) en Werken Met Eigen Ervaring (WMEE). Ook organiseren zij af en toe een thema-avond in de inloopvoorziening, waar dan veel mensen op af komen. Het herstelinitiatief heeft op dit moment geen middelen en ruimte om een eigen inloop te organiseren, maar dit is volgens de coördinator niet nodig omdat daar genoeg ander aanbod voor is in de wijk. In de toekomst zou het initiatief diens aanbod willen verbreden, door bijvoorbeeld samen te koken, om zo nog meer ruimte te faciliteren voor zelfregie en co-creatie. Dit zou dan in samenwerking kunnen met andere initiatieven in de wijk (die bijvoorbeeld wel een keuken ter beschikking hebben). 

Herstelinitiatief B: Gedeelde locatie met ggz 

Herstelinitiatief B is gevestigd in een gebouw waar ook ggz-behandeling wordt aangeboden. De mensen die er werken hebben daar een eigen verdieping ter beschikking, die duidelijk een andere sfeer heeft dan de rest van het gebouw. Er is meer aandacht besteed aan een huiselijke inrichting met licht, groen en warme materialen (net zoals overigens bij alle initiatieven het geval was). Ondanks die huiselijkheid heeft ook dit initiatief bewust geen eigen inloopvoorziening. Hiervoor verwijst men door naar initiatieven in de buurt. De focus van dit herstelinitiatief ligt echt op aanbod van methodische zelfhulptrainingen, die aanzetten tot reflectie over herstel. Het herstelinitiatief wordt gerund door ervaringsdeskundigen die werkzaam zijn bij de ggz-organisatie. Zij zijn bij het ontwerpen en faciliteren van alle trainingen in de lead, maar co-creatie gebeurt hier ook regelmatig samen met hulpverleners. Bijvoorbeeld bij een training sociale vaardigheden, of een training over verbeteren van slaapkwaliteit. Vanuit de herstelondersteunende intake (HOI) bleek dat daar behoefte aan was, vertelt de ervaringsdeskundige. “En de hulpverleners doen door deze vorm van co-creatie ook inzichten op die zij weer in hun verdere werk kunnen gebruiken. Bijvoorbeeld dat zij dingen soms te complex maken voor mensen”.  

Herstelinitiatief C: Locatie in eigen beheer 

Herstelinitiatief C is gevestigd in een voormalig woonhuis, en heeft dus een locatie in eigen beheer. Het maakt de sfeer gemoedelijk en informeel. Het herstelinitiatief heeft een brede focus, van laagdrempelige ontmoeting met gelijkgestemden, creatieve herstelactiviteiten tot herstelwerkgroepen zoals de WRAP. Het initiatief draait bijna volledig op de inzet van vrijwilligers, omdat zij als burgerinitiatief niet gebonden zijn aan een bepaalde (zorg)organisatie. Alles binnen de locatie van het herstelinitiatief komt uit co-creatie voort: zelf genaaide kussentjes, een gordijn gemaakt van behangkralen, een met stof beklede trap. Ondanks de vestiging in het eigen gebouw, hebben de mensen van dit herstelinitiatief waardevolle samenwerkingen bestendigd, bijvoorbeeld met een technische partner. Zo is er een plantenasiel in de creatieve cursusruimte. Verspreid door de ruimte staan plantjes met bijbehorende etiketten, met een 3D printer gemaakt. Op die etiketten staan QR codes, die via een app op je telefoon het verhaal van elke plant vertellen, wat symbool staat voor iemands herstelverhaal.  

Een gedeelde essentie

Ondanks deze verschillende keuzes in de praktijk, was er ook een gedeelde essentie zichtbaar bij alle initiatieven. Die essentie hebben we op basis van ons onderzoek beschreven in het reflectie-instrument als kerntaken. We hebben ze hieronder in een visueel model weergegeven. Het faciliteren van een gezamenlijke leeromgeving is zo’n kerntaak. We zagen direct dat alle initiatieven op hun eigen manier een gezamenlijke leeromgeving faciliteren. Op iedere locatie zagen we bijvoorbeeld flip-overs, digitale schermen en tafels opgesteld in vierkanten om een optimale interactie tussen deelnemers te bevorderen. Ook in het programma aanbod van alle initiatieven kwam het leeraspect duidelijk naar voren.  

De kerntaken en onderliggende kernwaarden zoals beschreven in het reflectie-instrument werden door de bezochte initiatieven alom (h)erkend. “Dit is ons DNA op papier”, zei een van de coördinatoren die we spraken. Het invullen van het reflectie-instrument zette aan tot denken. Vooral wanneer het instrument in dialoog door meerdere mensen vanuit verschillende rollen werd ingevuld, zagen we een verdiepend reflectieproces ontstaan. “Het instrument zet tot nadenken aan en ondersteunt een gesprek over waar je nog meer wilt ontwikkelen of juist niet”, zo gaf een coördinator aan. Gezamenlijk op een gelijkwaardige en wederkerige manier met elkaar reflecteren en van elkaar leren past natuurlijk uitermate goed bij dat waar herstelinitiatieven voor staan.  

Landelijke uitzet van het reflectie-instrument voor zelfregie- en herstelinitiatieven

Na deze geslaagde testronde is het reflectie-instrument in het voorjaar van 2024 verder verspreid. Deze uitvraag is in oktober 2024 gesloten, en 24 herstelinitiatieven hebben het instrument ingevuld. De evaluatie daarvan wordt op dit moment geanalyseerd.  

Met dank aan Judith Lize voor haar bijdrage aan dit blog en de samenwerking tijdens onze werkbezoeken, Ewout Kattouw en Wout Diekman voor het uitvoeren van een extra werkbezoek, en alle initiatieven die ons hartelijk welkom heetten. 

* Noot: Ons onderzoek richt zich primair op herstelacademies, maar we weten dat er in de Nederlandse praktijk een grote verscheidenheid aan initiatieven is die onder andere namen ook werken volgens de uitgangspunten van methodische zelfhulp, peer support en gezamenlijk leren. In het reflectie-instrument hebben we daarom een bredere insteek gekozen en spreken we over zelfregie- en herstelinitiatieven. Deze brede insteek heeft twee redenen: het reflectie-instrument is mogelijk van meerwaarde voor een bredere groep initiatieven die ook betrokken waren bij de ontwikkeling van het instrument. Daarnaast maakt het voor het onderzoek inzichtelijk in hoeverre resultaten uit de effectstudie die we uitvoeren naar herstelacademies, ook van toepassing zijn op initiatieven die zich identificeren als zelfregie- en herstelinitiatief. Mogelijk is de door ons gekozen brede term voor het instrument niet de meest passende. We gaan dit verder onderzoeken. Input en ideeën zijn altijd welkom.

 

Marloes van Wezel
Promovendus