‘Ik was gefascineerd door de TBS-kliniek waar mijn vader werkte’
Op vrijdag 14 december houdt hoogleraar Hans Kroon zijn oratie 'Psychiatrie en samenleving: zoeken naar verbinding'. Nederland telt ongeveer 280.000 mensen met ernstige psychische aandoeningen, waarvan het grootste deel tegenwoordig op zichzelf woont, met ambulante zorg. Een kleine groep woont in een instelling of beschermende woonvorm. Wat werkt nu het beste voor (gedeeltelijk) herstel: isolatie, integratie, acceptatie, of een mix? Daar vertelt Hans over in zijn oratie. Maar wie is Hans Kroon?
We treffen Hans Kroon aan de lunchtafel op het Trimbos-instituut met VERS-cursisten (Vaardigheidstraining Emotie Regulatie Stoornis). Als programmahoofd Re-integratie en bekleder van de leerstoel Ambulantisering en De-institutionalisering maakt hij regelmatig een uitstapje naar de praktijk. “Als ik ergens over moet vergaderen, wil ik met eigen ogen gezien hebben hoe het er aan toe gaat.”
Het duurde even voor we deze afspraak konden maken. Waar ben je zo druk mee?
“Na de zomer komt alles tegelijk. En dan moest ook mijn oratietekst nog af. Daar heb ik me een paar dagen voor teruggetrokken. Maar het leven van een programmahoofd is best goed te doen hoor.”
Je oratie, is dat iets waar je zenuwachtig van wordt of naar uitkijkt?
“Ik kijk er naar uit. Het is even puzzelen: hoe maak ik een logisch verhaal van wat ik over wil brengen? Dat vind ik leuk om te doen. En ik ga natuurlijk al een aantal jaren mee. Ik heb ook mensen uitgenodigd met wie ik in het verleden optrok. Het wordt dus ook een beetje een reünie.”
Wat wordt je verhaal bij je oratie?
“Vroeger hadden we het bed in de GGZ keihard nodig. Nu steeds minder, al is dat nog steeds wennen. De kunst is om problemen beter hanteerbaar te maken in de context waarin iemand zit. Daar zijn veel interventies voor bedacht, die ook effectief gebleken zijn. Maar er zit een gat tussen wat we bedacht hebben, en hoe we dat in de praktijk georganiseerd krijgen. Dat is niet alleen maar een kwestie van meer training, menskracht of middelen, maar ook omdat er inherente dilemma’s kleven aan het organiseren van ‘zo gewoon’ en ‘zo goed mogelijke’ zorg en ondersteuning.”
Lees de oratietekst van Hans Kroon
Je lunchte net even met de VERS-cursisten. Neem je vaker een kijkje in de praktijk?
“Zeker. Als ik ergens onderzoek naar doe, dan heb ik het het liefst ook met eigen ogen gezien. Ik ben laatst een dag met een crisisteam meegelopen. Dat kan ik iedereen aanraden. De mensen die in de praktijk werken, vinden dat prima. Het is zó inspirerend. Bij dat crisisteam hadden ze bijvoorbeeld te maken met een cliënt waar de hulp totaal niet bij aansloot. Toen hebben ze een heel systeemgesprek georganiseerd. Dus met de familie van de cliënt, professionals uit de wijk. Ze legden uit waarom de hulp niet aansloot en dat ze graag wilden dat het wél gaat werken. Zo hebben ze zeker vijf dagen werk bespaard én iemand verder geholpen, in plaats van te zeggen: het werkt niet, zoek het maar uit.”
“Op het persoonlijke vlak had ik de laatste tijd veel te maken met instituties, al waren dat geen psychiatrische. Mijn zoon lag plots twee maanden in het ziekenhuis en ik heb er de eerste tijd om beurten met mijn vrouw geslapen. Dat was gek genoeg ook wel weer een waardevolle ervaring. Je hoort vaak dat mensen behoefte hebben de regie te houden, en dat er voor je het weet van alles over je besloten wordt. Ik kreeg zelf ook enorm de behoefte om regie te houden. Nou was ik gezond. Maar wat als je aan alle kanten wankelt? Het is dan zó belangrijk dat je ook mee kunt beslissen over je behandeling.”
Waar komt je belangstelling voor GGZ en ambulantisering vandaan?
“Als kind kende ik het psychiatrisch ziekenhuis alleen als een ‘enkeltje Den Dolder’. Dat was kennelijk voor mensen die heel ver heen waren, en daar kwam je niet meer uit. Ik kende zelf niemand die dat had meegemaakt. Maar mijn vader werkte in een TBS-kliniek. Als ik zijn verhalen hoorde, dan klonk dat fascinerend, het had een bepaalde aantrekkingskracht op me. Ik herinner me ook nog dat ik met mijn vader mee ben geweest naar een open dag. Ik zag dat ze een drumstel en een keyboard hadden. Dat wilde ik ook.”
“Tijdens mijn studie psychologie werden instellingen afgeschilderd als plekken waar mensen doelloos door de gangen dolen. Dat schrok me af. Na mijn opleiding ben ik in West-Friesland bezig geweest met de psychische hulpverlening búíten het ziekenhuis. Hoe konden we dat beter krijgen? Toen dacht ik: hier kan ik iets betekenen.”
En? Heb je iets kunnen betekenen?
“Je kent de Monitor Ambulantisering misschien? We zijn nu vier jaar aan het meten, en dat is frustrerend en motiverend tegelijk. Dat we over het geheel genomen zo weinig verandering zien bij de mensen waar het allemaal voor bedoeld is. Ik hoop dat we over vier tot vijf jaar wél verschil zien.”
Van student tot hoogleraar. Wat wordt je volgende stap?
“Ik ben niet van plan minister te worden hoor. Deze leerstoel bekleed ik nu een jaar. Daar kan ik de komende tijd nog wel even mee vooruit. Ik vind het fijn om vanuit deze positie nieuwe samenwerking op te bouwen met universiteiten en science-practitioners, hulpverleners uit de praktijk met wetenschappelijke ambities.”
Heb je nog leestips voor wie meer wil weten over ambulantisering?
“Lees de monitor! Het zijn veel pagina’s en je moet misschien even met de oogharen door de details van verschuivingen in de zorg heen. Maar ik denk dat het goed is als we elkaars werk lezen zodat we weten waar we mee bezig zijn. Als je weinig tijd hebt, kijk dan in ieder geval even naar het hoofdstuk hoe het met het panel gaat. Eenzaamheid onder GGZ-cliënten is echt enorm.”
Hans Kroon houdt zijn inaugurele rede getiteld Psychiatrie en samenleving: zoeken naar verbinding op vrijdag 14 december 2018 aan Tilburg University. Aanvang 16:15 uur in de aula van het Cobbenhagengebouw.
Geen blogs missen?
Volg de laatste ontwikkelingen en trends rond alcohol, tabak, drugs en GGZ.