Opvallend veel scholieren vapen en gokken online voor geld

Online gokken is verboden voor minderjarigen. Toch gokt 1 op de 15 middelbare scholieren online voor geld. Dit blijkt uit de ScholierenMonitor 2023 van het Trimbos-instituut: een terugkerend onderzoek naar middelengebruik, digitaal gedrag en mentale gezondheid in het basis- en voortgezet onderwijs (10-16 jaar). De monitor laat verder zien dat het gebruik van vapes onder scholieren hoog ligt, het gebruik van lachgas gedaald is en het gebruik van andere drugs onveranderd is vergeleken met eerdere jaren.

Luister hieronder een korte samenvatting van Karin Monshouwer

Vooral jongens gokken online voor geld  

Terwijl online gokken verboden is voor minderjarigen, heeft 1 op de 15 middelbare scholieren dit het laatste jaar gedaan. Vooral jongens gokken online voor geld (ruim 1 op de 10). Meisjes doen dit minder (1 op de 50). Scholieren zetten voornamelijk geld in op sportweddenschappen.

Gokbedrijven zijn verplicht om de leeftijd van een speler te controleren. De leeftijdscontroles door gokbedrijven zijn aangescherpt en niet meer eenvoudig te omzeilen. Maar uit de ScholierenMonitor blijkt dat jongeren tóch online kunnen gokken. Minderjarigen gebruiken dus (ook) andere wegen, bijvoorbeeld door accounts van anderen te gebruiken of te gokken op illegale, buitenlandse websites.

“Gokken is verboden onder de 18 jaar en zelfs jongvolwassenen van 18 tot en met 23 jaar worden wettelijk gezien als kwetsbare groep. Elke online gokker onder de 18 die gokt voor geld is er één te veel en deze cijfers zijn verontrustend.” – Tony van Rooij, onderzoeker gokken, Trimbos-instituut 

Er wordt nog net zoveel gerookt en méér gevapet  

Ondanks alle maatregelen om roken terug te dringen, daalt het aantal scholieren dat rookt sinds 2017 niet meer. Nog altijd heeft 8,5% van de 12- t/m 16-jarigen in de laatste maand gerookt en rookt 2,2% dagelijks. Tegelijkertijd zijn veel scholieren gaan vapen. In 2023 had 14,3% in de laatste maand een vape gebruikt en 4,0% deed dat dagelijks. Er wordt dus inmiddels meer gevapet dan gerookt door scholieren.

Als we roken en vapen samennemen, dan heeft bijna 1 op de 6 (15,7%) leerlingen in de laatste maand gerookt en/of gevapet en doet 5,0% dat dagelijks. Ook op jonge leeftijd wordt al gevapet. In groep 7 en 8 van de basisschool heeft 8,2% ooit een vape gebruikt. Dit is een duidelijke toename vergeleken met 2019, toen 3,2% ooit had gevapet. Roken is in deze groep wel beperkt (1,4% van groep 7 en 8 had in 2023 ooit gerookt).

Zowel roken van tabak als vapen brengen ernstige gezondheidsrisico’s met zich mee, zeker voor jongeren. Het is dus belangrijk om in te blijven zetten op het ontmoedigen van roken en vapen. Dit kan bijvoorbeeld met de wetenschappelijk onderbouwde interventie Smokefree Challenge, een niet roken en niet vapen wedstrijd voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs.

Scholieren dié alcohol drinken, drinken veel 

Tussen 2003 en 2015 halveerde het aantal scholieren dat alcohol drinkt. Na die tijd bleef dit aantal gelijk. In 2021 nam het aantal jongeren dat drinkt toe, maar deze stijging heeft niet doorgezet. In 2023 is het alcoholgebruik namelijk weer gedaald.

In 2023 heeft 39,6% van de leerlingen ooit in het leven gedronken, 34,5% in het laatste jaar en 22,0% in de laatste maand. Als scholieren drinken, dan drinken ze nog altijd veel: twee derde van hen heeft de afgelopen maand gebinged. Binge drinken is het drinken van 5 of meer glazen tijdens één gelegenheid. Dus hoewel de daling in een aantal alcoholgebruikers een gunstige ontwikkeling lijkt, moeten we voorzichtig zijn in het trekken van conclusies. Daarnaast zijn in 2023 de onderzoeksmethoden deels veranderd. Dit kan de cijfers hebben beïnvloed. Het volgende scholierenonderzoek, het HBSC-onderzoek in 2025, zal laten zien of de daling daadwerkelijk doorzet.  

Steeds minder scholieren gebruiken lachgas  

Na een piek in 2019 is het aantal scholieren dat lachgas gebruikt gedaald. In 2023 heeft 2,0% van de scholieren in het laatste jaar lachgas gebruikt, in 2019 was dit nog 6,7%. Ook in andere groepen, zoals studenten, uitgaanders en volwassenen is het lachgasgebruik de laatste jaren gedaald. Mogelijk heeft de daling te maken met het verbod op de verkoop en het bezit van lachgas als drug. Daarnaast heeft de toegenomen kennis over de gezondheidsrisico’s, zoals verlammingsverschijnselen, lachgas mogelijk minder aantrekkelijk gemaakt. 

Gebruik 3-MMC monitoren vanwege grote kans op verslaving  

De drug 3-MMC wordt veel gebruikt in het uitgaansleven. De ScholierenMonitor laat zien dat het gebruik van 3-MMC onder de 12-16-jarige scholieren beperkt is: 1,0% heeft het middel ooit gebruikt en 0,6% in het laatste jaar. Maar het gaat hierbij wel om een jonge en daarmee kwetsbare groep. Aan het gebruik zijn gezondheidsrisico’s verbonden, zoals hartkloppingen, angstklachten en slapeloosheid. Ook is er een grote kans op verslaving. Het is dus belangrijk om de ontwikkelingen in het gebruik te blijven volgen 

Mentale gezondheid: niet verder verslechterd  

Uit het HBSC-onderzoek uit 2021, dat tijdens de coronapandemie werd uitgevoerd, bleek dat de mentale gezondheid van de jeugd onder druk staat. De ScholierenMonitor laat zien dat de mentale gezondheid over het algemeen niet verder verslechterd is en op sommige punten iets is verbeterd. Zo zien we dat leerlingen in 2023 gemiddeld een hoger cijfer geven aan hun leven dan in 2021 (7,4 vs. 7,1). Ook zijn de emotionele problemen onder meisjes afgenomen. Andere mentale problemen, eenzaamheid en druk door schoolwerk zijn ongeveer gelijk gebleven en daarmee nog steeds hoog. 

Momenteel zijn er veel initiatieven om de mentale gezondheid van de jeugd te versterken en te verbeteren. Waaronder de kabinetsaanpak ‘Mentale gezondheid: van ons allemaal’ met specifieke aandacht voor jongeren, het studentenwelzijn programma Stijn en Welbevinden op School. Het heeft tijd nodig voordat deze aanpakken hun vruchten kunnen afwerpen. Uit volgende onderzoeken moet blijken of er een verbetering zichtbaar is.  

Integraal versterken van de positieve ontwikkeling van scholieren 

De monitor laat zien dat scholieren voor grote uitdagingen staan op het gebied van middelengebruik, digitalisering en welzijn. Hoewel er ook enkele positievere ontwikkelingen zichtbaar zijn, blijven er zorgen om de jeugd bestaan. Scholieren hebben de laatste jaren te maken gehad met ingrijpende maatschappelijke ontwikkelingen zoals de coronapandemie, internationale conflicten, snelle digitalisering, toenemende (prestatie)druk en de snelle opkomst van nieuwe drugs en andere genotmiddelen.  

 “Omdat er zoveel verschillende factoren een rol spelen bij het welzijn van jongeren, moet de ondersteuning van jongeren gebeuren vanuit een integrale benadering. Hierbij worden alle relevante partijen betrokken, zoals opvoeders, onderwijs, lokaal-, regionaal-, en landelijk beleidsmakers.” – Marloes Kleinjan, programmahoofd Jeugd, Trimbos-instituut

Hierbij is het belangrijk dat er gebruik gemaakt wordt van wetenschappelijk onderbouwde maatregelen, kennis- en ondersteuningsprogramma’s en interventies gericht op promotie, preventie en toegankelijke hulp.

Meer cijfers 

Op de website cijfers.trimbos.nl/scholierenmonitor vind je meer cijfers over middelengebruik onder scholieren, zoals het gebruik van cannabis en andere drugs, snus, waterpijp en cijfers over sociale mediagebruik, gamen en druk door schoolwerk. Ook presenteren we apart cijfers onder leerlingen van groep 7 en 8 in het basisonderwijs.

Aan de slag met preventie 

Over de ScholierenMonitor 

De ScholierenMonitor is een landelijk onderzoek naar middelengebruik, digitale mediagebruik, online gokken en de mentale gezondheid van scholieren van het basis- en voortgezet onderwijs (10 t/m 16 jaar). De cijfers op deze website komen uit het Peilstationsonderzoek Scholieren. Dit onderzoek wordt elke vier jaar herhaald. Daarnaast zijn voor een aantal kerngegevens cijfers gebruikt van het HBSC-onderzoek uit 2017 en 2021. In 2023 deden 1600 leerlingen van groep 7 en 8 van het basisonderwijs en ruim 7600 leerlingen van het voortgezet onderwijs mee aan het onderzoek. In 2023 zijn er een aantal veranderingen geweest in de vragenlijst en de manier waarop deze is afgenomen. Dit kan invloed hebben gehad op de resultaten.