Studentenverenigingen en drugstesten. Hoe zit dat?
Studentenverenigingen hebben over het algemeen een zero tolerance-beleid op het gebied van drugsgebruik tijdens verenigingsactiviteiten. Om op drugsgebruik te controleren hebben sommige studentenverenigingen in hun beleid opgenomen dat zij drugstesten uitvoeren ter handhaving van hun beleid. Ook zijn er verenigingen die van plan zijn dit in hun beleid op te nemen en met vragen terechtkomen bij hun lokale instelling voor verslavingszorg of het Trimbos-instituut. Het gebruiken van drugtesten is vaak onvoldoende om drugsgebruik te voorkomen. Daarnaast zijn verplichte drugstesten vaak niet toegestaan. Zo is het op de werkvloer vaak niet mogelijk om werknemers te testen op drugsgebruik.
- Zie de handreiking alcohol-, drugs- en medicijnbeleid voor meer informatie.
Mag een studentenvereniging drugstesten afnemen?
Het gebruik van verplichte drugstesten bij studentenverenigingen is op veel vlakken gelijk aan het gebruik daarvan op de werkvloer. Zo kan worden gesteld dat er bij studentenverenigingen, net als op de werkvloer, sprake is van een hiërarchische verhouding. Daarnaast kiezen sommige studentenverenigingen ervoor om leden die een drugstest weigeren de toegang tot een verenigingsgebouw te ontzeggen. Sommige studentenvereniging kiezen er zelfs voor om leden te royeren als zij een drugstest weigeren. Door de mogelijk aanwezige hiërarchische verhouding en de eventuele consequenties aan het weigeren van de drugstest kunnen leden zich verplicht voelen om de test te ondergaan; de vrijwilligheid van het ondergaan van de drugstest is daardoor beperkt. Er is dan sprake van een (indirect) verplichte test.
Een (indirect) verplichte drugstest staat op gespannen voet met het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, ook al is de test zo gebeurd of weinig belastend voor het lid. Het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam is opgenomen in de Grondwet en internationale mensenrechtenverdragen. Dit fundamentele recht geldt niet absoluut; in sommige gevallen mag het worden beperkt. Zo is een verplichte drugstest wel toegestaan bij bepaalde risicovolle beroepen en mag de politie in sommige gevallen in het verkeer een drugstest afnemen.
De wet biedt echter geen mogelijkheid voor studentenvereniging om drugstesten af te nemen. Daarom zijn verplichte drugstesten bij studentenvereniging waarschijnlijk niet toegestaan. Ook op het gebied van privacy levert het afnemen van drugstesten bij studentenverenigingen mogelijk problemen op. Bij het aflezen van de drugstest worden namelijk medische gegevens van een persoon opgevraagd en geraadpleegd. Dit is slechts onder bepaalde voorwaarden toegestaan, bijvoorbeeld als er uitdrukkelijk en in vrijheid toestemming voor wordt gegeven.
Als er mogelijke consequenties – zoals het opleggen van een geldboete – aan het weigeren van de test kleven en als er sprake is van een hiërarchische verhouding, dan is de toestemming niet geheel in vrijheid gegeven. Om deze reden is het afnemen en aflezen van drugstesten bij studentenverenigingen waarschijnlijk niet toegestaan.
Advies beleid studentenverenigingen
Ondanks dat het verplicht afnemen van drugstesten bij studentenverenigingen waarschijnlijk niet is toegestaan, kunnen verenigingen wel regels opstellen over het gebruik van drugs. Het advies is daarom om geen drugstesten uit te voeren en het gebruik van drugstesten niet op te nemen in het beleid, maar om bijvoorbeeld een algeheel verbod op drugsgebruik tijdens verenigingsactiviteiten op te nemen.
Hiervan gaat mogelijk een preventieve werking uit en het zorgt voor duidelijke communicatie van regels. Daarnaast is het wenselijk om onder andere te voorzien in voorlichting over alcohol- en drugsgebruik door preventiemedewerkers van de instellingen voor verslavingszorg (IVZ) en eventuele verdere begeleiding vanuit de IVZ wanneer nodig. Ten slotte kan de politie worden ingeschakeld als er sprake is van overlast door iemand die vermoedelijk onder invloed is van drugs.