Tabaksbeleid: Nederland weer gidsland
Er komen regelmatig berichten in het nieuws over maatregelen die andere landen invoeren om het roken te ontmoedigen. Maar hoe doet Nederland het eigenlijk binnen Europa? En wat kunnen Europese landen van ons leren? In dit blog legt programmahoofd Tabaksontmoediging, Marc Willemsen, dat uit.
“May I have your points, please? … The Netherlands … 67 points!” Net als bij het Eurovisiesongfestival was het heel spannend: hoe zou Nederland dit jaar op de Europese ranking van tabaksontmoediging scoren? Ook hier deden er 37 landen mee, maar het ging niet om het beste liedje, maar om het beste tabaksbeleid. En dat wordt elke drie jaar gemeten met de Europese Tobacco Control Scale.
Hoe werkt het toekennen van scores?
De scores worden door een groep wetenschappers berekend en toegekend, gebaseerd op informatie die experts uit de verschillende landen aanleveren. Alle landen krijgen vervolgens een score op een schaal van 0 tot 100. Daarbij kijken de wetenschappers vooral naar hoe goed en volledig een land de verschillende effectieve maatregelen heeft ingevoerd die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) worden geadviseerd om het tabaksgebruik terug te dringen. Maatregelen die relatief effectief zijn krijgen een groter gewicht. De belangrijke factoren voor het toekennen van scores zijn de overheidsuitgaven voor tabaksontmoediging, wet- en regelgeving en de prijs van tabak.
De scores waren december vorig jaar al toegekend in Barcelona, maar op 26 april werd het nog eens overgedaan voor een veel groter publiek op het European Conference on Tobacco or Health (ECToH) in Madrid. Dit is het belangrijkste congres voor experts en beleidsmakers die in Europa actief zijn op het gebied van tabaksontmoediging. Dit jaar waren er zo’n 600 deelnemers, waarvan 28 uit Nederland, acht van het Trimbos-instituut.
Opvallende prestatie Nederland
Onze verwachtingen voor Nederland waren hooggespannen. In 2020 en 2021 voerde de overheid veel maatregelen in om roken te ontmoedigen. Denk bijvoorbeeld aan de invoering van generieke verpakkingen, een uitbreiding van rookverboden, hogere accijns op tabak en een verbod op het uitstallen van tabaksproducten in winkels.
Deze maatregelen hebben inderdaad een groot verschil gemaakt. Nederland bleek de grootste stijger van alle 37 landen te zijn in de Tobacco Control Scale. Komend van een 14e plek heeft Nederland 10 landen gepasseerd en is daarmee op positie 4 terecht gekomen, net na Ierland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk.
Een opvallende prestatie en Nederland staat nu ineens vol in de belangstelling. ‘Welk wonder heeft zich hier afgespeeld?’, vroeg menig congresdeelnemers zich af. Vorig jaar december beschreef ik hoe deze snelle stijging tot stand is gekomen. Op verzoek van de congresorganisatie gaf ik in Madrid een toelichting in de plenaire zaal.
De wat oudere congresdeelnemers konden zich nog levendig herinneren dat Nederland worstelde met het onderwerp tabaksontmoediging. Het dieptepunt was 2010, toen Edith Schippers, de minister van VWS, het tabaksbeleid ontmantelde en afbrak. Voor die tijd was Nederland een alom gerespecteerd land op gebied van tabaksontmoediging, met een sterke traditie in het ontwikkelen en implementeren van ‘evidence-based’ interventies.
Gelukkig lijken die tijden weer teruggekeerd. In Madrid kon ik de deelnemers vertellen over de Rookvrije Generatie-beweging en over het Nationaal Preventieakkoord. Na afloop bleek uit de reacties dat veel landen Nederland weer zien als bron van inspiratie.
Wat kunnen andere Europese landen van ‘ons’ leren?
Allereerst is het cruciaal dat er een brede maatschappelijke beweging tot stand wordt gebracht om kinderen tegen roken te beschermen. Met deze aanpak hebben we gemerkt dat eigenlijk niemand tegen een rookvrije generatie is. Zelfs traditionele tegenstanders van overheidsingrijpen gaan een heel eind mee in deze beweging. Zo heeft België inmiddels ook een Rookvrije Generatie-beweging van de grond gekregen.
Wat verder nog? De overheid zal de tabaksindustrie echt op afstand moeten houden van het beleidsproces. En, ook belangrijk, niet alleen maatschappelijke organisaties zullen rookvrij moeten worden, maar óók de landelijke (en liefst ook de lokale) overheden zullen zich moeten aansluiten bij de Rookvrije Generatie-beweging met gepaste wet- en regelgeving.
Tot slot hebben we geleerd dat een stip op de horizon belangrijk is, bijvoorbeeld 5% rokers in 2040. Maar die stip alleen is niet voldoende. Het is noodzakelijk om de voortgang te monitoren en het beleid tijdig bij te sturen. In Nederland doen de ‘thematafel tabak’ en het RIVM dat.
Wat er nog beter kan in Nederland
Toch heeft deze lofzang op het Nederlandse beleid nog wat valse noten. De Tobacco Control Scale maakt ook zichtbaar wat nog beter kan. Zo doet Nederland het relatief slecht op het gebied van financiering. We hebben slechts drie van de 10 punten gekregen voor het budget dat Nederland vrijmaakt voor ‘public information campaigns’.
We investeren te weinig in effectieve stoppen-met-roken-campagnes. Dat komt doordat de overheid deze campagnes binnen het Postbus 51 stramien heeft gebracht. Daardoor krijgen ze beperkt budget en moeten ze concurreren met andere Postbus 51 campagnes. Andere nadelen zijn dat de campagnes onvoldoende spraakmakend zijn en dat ze niet goed vooruit gepland kunnen worden vanwege Postbus 51 beperkingen. GGD-en en zorgverleners kunnen daardoor niet op de campagnes anticiperen en inspelen. Dit is echt een gemiste kans. Uit ervaring we weten dat massamediacampagnes grote aantallen rokers kunnen aanzetten tot stoppen met roken.
Verder is tabak in Nederland nog relatief betaalbaar. We hebben slechts de helft van de 30 punten gekregen voor het onderwerp tabaksaccijns. Ook kan de behandeling van tabaksverslaafden nog beter worden georganiseerd en gefinancierd. Hier kregen we maar 6 van 10 punten. Ook zouden artsen financieel gecompenseerd moeten worden voor het standaard noteren van de rookstatus van patiënten en voor het geven van een kort stopadvies (inclusief eventuele doorverwijzing) bij elk bezoek van iemand die nog rookt.
Werk aan de winkel dus. Niet alles ligt binnen onze invloedssfeer, maar vanuit het Trimbos-instituut zetten we ons dagelijks in voor effectievere landelijke aanpak van tabaksontmoediging. Hopelijk horen we over drie jaar bij de Tobacco Control Scale dat we in de top 3 zitten.