Zombies en hortensia’s: drugsverhalen in de media
Regelmatig komen er verhalen over drugs in de media voorbij. Soms zijn deze verhalen zeer alarmerend en beangstigend. Er wordt bijvoorbeeld geschreven over ‘zombiedrugs' of drogeren via een injectienaald (‘needle spiking’). Voor ons als drugsonderzoekers is duidelijk dat verhalen soms met een korreltje zout genomen moeten worden. Maar de gemiddelde lezer kan achterblijven met angstgevoelens. Kan dit ook in ons land gebeuren of mij of mijn kinderen overkomen? Ze delen deze verhalen om anderen bijvoorbeeld te waarschuwen. Maar is het delen van dit soort verhalen eigenlijk verstandig?
Drugs zijn mediageniek, dat blijkt alleen al uit de vele persvragen die het Trimbos-instituut hierover krijgt. Er verschijnen de laatste tijd artikelen over uiteenlopende drugsgerelateerde onderwerpen, zoals ‘normalisering’ van drugsgebruik, mogelijke stijging van gebruik van bepaalde middelen (cocaïne) of binnen bepaalde groepen (studenten). Ook wordt er geschreven over drugsgebruik op festivals en achter het stuur, over hortensia’s waar je van zou gaan hallucineren of needle spiking. Daarnaast worden er sensationele en bizarre verhalen over ‘nieuwe drugs’ (vaak overgewaaid uit Amerika) gedeeld, veelal via sociale media.
Deze laatstgenoemde berichten over drugs hebben vaak een aantal overeenkomsten: Allereerst wordt de suggestie gewekt dat het gebruik van deze drug vaker voorkomt dan daadwerkelijk gebeurt. Ten tweede worden mensen die drugs gebruiken vaak op een stigmatiserende manier omschreven (‘junks’ of ‘verslaafden’). Ten derde worden de negatieve effecten van de drug zeer angstaanjagend in beeld gebracht of beschreven. Deze verhalen spelen vooral in op angsten van mensen voor het onbekende.
Feit of fictie
Een goed voorbeeld is “Flakka”, dat in 2016 opdook in Nederland. Na een melding van twee patiënten onder invloed van Flakka op de spoedeisende hulp verscheen er een persbericht dat breed werd opgepakt. Media meldden over het toegenomen gebruik van de ’zombiedrug’ in Nederland en lieten beelden zien van afschrikwekkende video’s van de Amerikaanse FBI, waarin mensen onder invloed van Flakka naakt en schreeuwend over de weg liepen. Het Trimbos-instituut schreef hier een blog over: Flakka, feit of fictie? Toen bleek dat het hier niet ging over een trend of toename van gebruik verdween het verhaal naar de achtergrond. Maar onlangs dook het weer op in een video van Powned (‘Flakka maakt van Brabanders zombies’).
Een recenter voorbeeld was de Nederlandse en internationale berichtgeving rond het middel Xylazine. In dit bericht werd bijvoorbeeld beschreven hoe ‘zombiedrug’ xylazine nóg verslavender en dodelijker is dan andere middelen, dat er in het afgelopen jaar 70.000 mensen aan zijn overleden en dat het gebruik leidt tot open wonden en amputaties van ledematen. Wat minder duidelijk in dit artikel naar voren komt, is dat bijna alle gevallen van dodelijke Xylazine-slachtoffers ook de veel bekendere opioïde Fentanyl gebruikt hadden. Daarnaast voegde de redacteur een stigmatiserende bijzin toe aan een tekst over een geïnterviewde hulpverlener die spreekt over zijn patiënten: “zoals hij de verslaafden met wie hij werkt noemt”. Ten slotte is het nieuws minder relevant voor de Nederlandse situatie: het gebruik van Fentanyl komt nauwelijks voor in Nederland, in tegenstelling tot de Verenigde Staten.
Waarom is het delen van deze verhalen eigenlijk niet verstandig?
Ze trekken lezers aan, de verhalen zijn spannend en soms ook grappig: wat is daar mis mee zou je zeggen? Journalisten vinden in sommige gevallen dat het publiek ‘het recht heeft’ om iets te weten. Soms zelfs zonder dat er specifiek bewijs voor is gevonden en het verhaal misschien niet helemaal klopt. Ze willen informeren en soms ook waarschuwen. Maar soms leidt het verspreiden van deze alarmerende verhalen juist tot meer problemen. Mensen kunnen in paniek raken of juist zelfs nieuwsgierig worden naar het middel. Ook ligt stigmatisering op de loer: mensen die verslaafd zijn aan een drug worden beschreven als verslaafde, junk, of als ‘zombie’. In hetzelfde artikel over Xylazine zegt een vrouw die haar verslaving heeft overwonnen dat veel mensen geen hulp durven zoeken. Ze zijn bang om weggezet te worden als ‘zombie’ in plaats van een persoon die hulp nodig heeft.
Signaleren ja, communiceren nee
Alarmerende verhalen over drugs blijven verteld en gedeeld worden. Als onderzoekers zullen we drugsverhalen altijd proberen te staven aan cijfers en indien nodig ontkrachten als ze niet waar zijn. Zie bijvoorbeeld onze blog over drugs in drankjes of de informatie over hortensia’s. Voor de media geldt dat communiceren over drugs helaas ook tot ongewenste effecten kan leiden. Probeer daarom terughoudend te zijn met alarmerende nieuwsberichten. Signaleer, maar verspreid het niet direct verder. Dit en meer tips over drugscommunicatie kun je vinden in het rapport Drugscommunicatie voor journalisten en politie.
Bron: https://www.trimbos.nl/kennis/drugs/